Allemaal waren we op bezoek bij mijn vader; mijn twee oudere broers, m’n zus en ik. Logistiek al een hele organisatie als je in drie à vier verschillende landen woont! Maar het was dus gelukt. Best uitzonderlijk dat we er tegelijk waren. Zou papa daar iets van vinden? Voor zover hij dat deed, liet hij niets merken. Hij dommelde lekker in zijn stoel, net als anders, en liet de drukte maar wat over zich heen komen.
Ondertussen waren wij wel nerveus. IJverig voorzagen we m’n vader van thee en koekjes. We hadden bedacht om eerst lekker samen te eten en dan ondertussen ‘het grote nieuws’ te brengen. Maar wie zou beginnen? Jij? Nee jij. Of toch liever jij?…
Uiteindelijk brachten we het nieuws samen; dat wil zeggen mijn zus begon, en daarna vulden we elkaar om de beurt aan. Toen we alles gezegd hadden, viel er een stilte.
Ik kreeg geen hap door m’n keel, maar m’n vader ging door met eten. ‘Waar is dat huis?’ was zijn eerste reactie. Wij gaven daar antwoord op. Weer was het stil. Toen de volgende vraag: ‘En wanneer gaat dat plaatsvinden??’ ‘Dinsdag, pap, overmorgen dus.’
‘Mmm,’ zei hij. Het maakte duidelijk indruk, maar hij liet het op zich inwerken. Hij at gewoon zijn bord leeg, hoewel hij niet veel trek had in het toetje. Ook niet in Bijbel lezen, wat hij anders nooit overslaat…Na het eten zuchtte hij een keer en zei: ‘Bah, ik heb helemaal geen zin om te verhuizen!’ ‘Dat is heel begrijpelijk pap’, zei mijn oudste broer, die naast hem was gaan zitten. Ze praatten nog even door, en al snel was m’n vader rustig. Wonderbaarlijk, alsof hij het ergens al aan zag komen. Hij vroeg weer een aantal keer achter elkaar: ‘Waar staat dat huis? En wanneer is dat allemaal?’
Het geheel deed me denken aan een verhaal in de Bijbel, de aankondiging dat Jezus geboren zou worden. Maria vroeg aan de engel, die het haar vertelde: ‘En hoe zal dat geschieden?’ Nadat de engel haar antwoord had gegeven, kwam er geen protest of boosheid. ‘Laat met mij gebeuren wat u gezegd hebt.’ Wij zijn weliswaar geen engelen, en onze vader is geen heilige, maar hij reageerde bijna net zo kalm. Geen boosheid, geen verzet, alleen de vraag waar en wanneer. Daarmee accepteerde hij ons nieuws zonder morren. Hij lag er zelfs geen nacht van wakker. Zo’n reactie hadden we echt niet verwacht! Hij snapte toch wel wat er ging gebeuren?
Ja hoor, hij snapte het zeker wel. Op de dag van de verhuizing zat hij zenuwachtig af te wachten in zijn stoel. M’n oudste broer en zus hadden de nacht ervoor bij hem geslapen, en ik zou ’s morgens vanaf huis komen. Uitgerekend die nacht had het heel hard gevroren, dus was ik een kwartier lang bezig om de autoruiten ijsvrij te maken. Desondanks lukte het me om op tijd in Sassenheim te zijn. Snel een slok koffie, en toen de auto’s in met koffers vol kleding, foto’s en een paar schilderijen. Mijn vader reed met mij mee. ‘Dus dit is het afscheid hè’, zei hij plechtig, toen we in de auto stapten. ‘Ja pap’, zei ik, ‘zeg maar dag tegen je huis. Dat deed mama vroeger ook altijd als we op vakantie gingen, weet je nog wel?’
Hij knikte, zwaaide naar zijn huis, en keek voor de laatste keer om naar de garage. Toen zuchtte hij diep en zei: ‘Het zal zeker wel lang duren voordat ik weer terugkom’. Inderdaad pap, dat zou er voorlopig niet meer van komen. Misschien als je gewend bent in het verzorgingshuis, of misschien wel nooit…Wie zou het zeggen?
Mooi!
LikeLike
Mooi
LikeLike
Wat een ingrijpende en aangrijpende gebeurtenis. Wat hoop ik dat hij zich een beetje ‘thuis’ gaat voelen waar hij nu gaat wonen. En jullie ook.
LikeGeliked door 1 persoon