Senioren service

De eerste dag dat ik bij mevrouw Drenth kwam, deed ze de deur niet open. Twijfelend bleef ik staan; was het wel de goede dag? Was ze niet thuis? Of had ze geen zin in mijn bezoek? Na een minuut of wat had ik echter meer succes, de deur ging open. Waarschijnlijk had ze de bel de eerste keer gewoon niet gehoord, of was ze te laat bij de voordeur. Mensen van haar leeftijd rennen niet meer zo hard… Intussen kwam één van mijn leidinggevenden ook, om mij te introduceren en uitleg te geven aan mevrouw.

Mevrouw leek het allemaal maar merkwaardig te vinden. Ze redde zichzelf toch prima? Dat deed ze al jaren zo. ‘Kijk om je heen’, zei ze, ‘alles is netjes opgeruimd, ik heb het allemaal prima onder controle’. Maar één van haar dochters die zich om haar bekommerde, dacht hier toch echt anders over. Mevrouw Drenth was verschillende keren gevallen en lelijk terecht gekomen. Ze leek ook een beetje warrig de laatste tijd en zichzelf te verwaarlozen. Dat pleitte niet erg voor alles onder controle hebben.

‘Kijk eens wat een schat van een vrouw u wil komen helpen!’ zei mijn leidinggevende, wijzend naar mij. ‘Oh ja, ze lijkt me best aardig hoor’, zei mevrouw Drenth. Ondertussen begon ze weer een nieuw verhaal, waarbij ze nauwelijks luisterde naar wat de ander haar te zeggen had. Dat ging zo een tijdje door, totdat m’n leidinggevende een papier liet zien. ‘Kijk eens, hier staat alles in wat we met uw dochters afgesproken hebben’, zei ze. ‘ Als u het ermee eens bent, mag u zo een handtekening zetten.’ Mevrouw leek het idee krijgen dat het toch wel officieel was, en dat ze er niet zomaar onderuit kon komen. ‘Goed goed’, zei ze, en ze krabbelde wat onderaan het papier. ‘U gaat het vast heel gezellig hebben met onze zorgverlener en als er wat is kunt u ons altijd bellen’, zei m’n leidinggevende. Hiermee was de officiële kant van de kennismaking klaar, en vertrok zij. Ik bleef nog wat langer.

‘Zal ik naast u komen zitten?’ vroeg ik mevrouw Drenth. Ze verstond me niet. In plaats van de vraag te herhalen, ging ik zelf maar naar haar toe. ‘Wat een mooie foto’s heeft u daar op het kastje staan’, zei ik op luide toon. ‘Wilt u me vertellen wie dat allemaal zijn?’ Dat wilde ze wel. Ze vond het leuk om over haar familie te praten. Haar moeder, vader, broers en zussen, allemaal passeerden ze de revue. Maar ze bleef wat op haar hoede. ‘Wat een mooie bos bloemen zeg! Van wie heeft u die gekregen?’ vroeg ik. ‘Van de kerk’, antwoordde ze. ‘Oh wat leuk, ik ga ook naar de kerk’, zei ik. Hiermee leek het ijs gebroken. Ik had al gezien van wie de bloemen afkomstig waren, omdat er een kaart naast stond. Maar dit onderwerp hielp om haar meer op d’r gemak te voelen. Ze vroeg of ik ook naar die kerk ging. Nee, dat niet, maar wel naar een andere. Ze snapte het, en zo hadden we een mooi gespreksonderwerp te pakken.

‘Wat komt u precies doen volgende week? ‘ vroeg mevrouw Drenth op een gegeven moment. ‘Gezellig koffie drinken, en dan zien we wel wat er nodig is. Misschien kunnen we samen boodschappen doen, of een wasje draaien.’ ‘Oh nee, geen sprake van’, zei mevrouw resoluut. Dat regelt mijn dochter allemaal. Nee hoor, dat hoeft echt niet. En trouwens, ik kan zelf ook nog wel boodschappen doen!’ Ik kon het me bijna niet voorstellen hoe lang ze daarover zou doen. De afstand van haar stoel naar de voordeur leek al een hele horde, schuifelend achter haar rollator. Maar ik ging er niet tegenin.

‘Hoe lang blijft u nog?’ zei mevrouw Drenth na een poosje. Officieel zou ik nog een uur blijven, maar na een poosje rekken waren we min of meer uitgepraat. Mevrouw was moe, dat was duidelijk. Mijn hoofd tolde ook alle kanten op! Dit dametje was doof maar wel graag aan het woord. Ik pakte m’n spullen en liep naar de voordeur. Ze zwaaide me vriendelijk uit vanuit haar stoel. ‘Dag hoor! Tot de volgende week, heel leuk dat u dan komt!’

Hoe leuk of hoe intens ons contact echt zou worden, daar zou ik gauw genoeg achter komen. Maar eerst moesten we nog een beetje aan elkaar wennen. Gelukkig bleken we meer overeenkomsten te hebben, dan we in eerste instantie dachten.

– Wordt vervolgd-

Gepubliceerd door Rineke

Hallo, mijn naam is Rineke. Tweeëndertig jaar getrouwd met Gerard (pseudoniem) en moeder van zes kinderen. Vier van die kinderen zijn al in de twintig en wonen op zichzelf. De jongste twee, beiden allebei pubers, wonen bij ons. Mijn leven is nooit saai, daar schrijf ik dan ook graag over. Als ervaren moeder stellen die jongste twee me toch nog vaak voor een raadsel. Regelmatig twijfel ik dan ook aan mijn kwaliteiten als opvoeder... en dat na - of juist ondanks - al die jaren ervaring die ik al heb! Zoals in elke relatie, hebben wij ups en downs . Maar hoe langer bij elkaar, hoe leuker het kan worden. Ook daar valt het nodige over te zeggen. Last but not least hadden we de corona-crisis. Crisissen gooien het normale leven overhoop, maar bieden ook nieuwe mogelijkheden. Zoals... gaan bloggen. Veel leesplezier gewenst!

Plaats een reactie